Er is een toename van het aantal Nederlandse jongeren dat wegens een cyberdelict wordt veroordeeld, zo blijkt uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), het kennisinstituut voor het ministerie van Justitie en Veiligheid. Onder cyberdelicten worden verschillende zaken verstaan, zoals het inbreken op online accounts, phishing, verspreiden van malware, oplichting en cyberpesten.
Jeugdige daders cyberdelict
Het aantal veroordeelde jeugdige daders van een cyberdelict steeg van 31 in 2015 naar 58 in 2019. Daarnaast is er in de periode 2010 tot 2020 sprake van een verdubbeling van het aantal zaken van jeugdige daders van cybercriminaliteit dat voor de Meervoudige Kamer verschijnt. "Dit kan betekenen dat cyberzaken complexer zijn geworden en vragen om meer expertise en capaciteit, aangezien de meervoudige kamer met name wordt ingezet voor bij ingewikkelde of zwaardere strafzaken", aldus de onderzoekers in de Monitor Jeugdcriminaliteit 2020.
Naast het analyseren van bronnen en cijfers deed het WODC ook een steekproef onder Nederlandse jongeren. Ruim één op de tien ondervraagde minderjarigen of jongvolwassenen zegt zich in 2019 schuldig te hebben gemaakt aan een cyberdelict. Respectievelijk 11 procent en 7 procent van de minderjarigen en jongvolwassenen geeft aan in 2020 een cyberdelict te hebben gepleegd.
Jonger dan twaalf jaar
Zo zegt 4,2 procent van de twaalfminners een cyberdelict te hebben gepleegd in de afgelopen twaalf maanden. Het gaat dan vooral over 'zonder toestemming inloggen op andermans account' (3 procent) of 'het wachtwoord van iemand veranderen' (1,8 procent). Volgens het WODC biedt het internet een "extra gelegenheidsstructuur" voor jongeren om betrokken te raken bij criminaliteit, als dader of als slachtoffer.
"Het aantal jeugdige daders van cybercriminaliteit dat in het strafrecht terecht komt neemt toe, al is dat nog steeds een klein aantal", reageert demissionair minister Dekker voor Rechtsbescherming op het onderzoek. Hij stelt dat er tijdens de afgelopen kabinetsperiode is geïnvesteerd in de aanpak van jeugdige cyberdelinquenten. Het gaat dan om onderzoek, bewustzijnscampagnes en interventies zoals Hack_right, een alternatief straftraject voor jonge cybercriminelen.
Onderzoek 2021
Het onderzoek naar de betrokkenheid van jongeren bij cyberdelicten zal dit jaar worden voortgezet. Het WODC wijst in het onderzoek op het grote verschil tussen het aantal jongeren dat aangeeft een cyber- of gedigitaliseerd delict te hebben gepleegd en het aantal zaken dat instroomt in de strafrechtketen. "Het onderzoek naar de oorzaak en mogelijke oplossingen van deze discrepantie is opgenomen in de WODC-programmering voor 2021", aldus Dekker.
Bron: tweedekamer.nl, security.nl
Meer info over cybercrime
Tips of verdachte activiteiten gezien? Meld het hier.
Cybercrime gerelateerde berichten
"De aandacht voor cybersecurity is de afgelopen jaren toegenomen, maar nog niet op het gewenste niveau"
De samenleving digitaliseert in hoog tempo. Dat biedt mogelijkheden voor burgers en bedrijven, maar brengt ook risico’s met zich mee. Daarom is het belangrijk dat het midden- en kleinbedrijf (MKB), en in het bijzonder bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken, hun cybersecurity goed op orde heeft. Dat is nog niet overal het geval. Dat schrijft demissionair minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus in een brief aan de Tweede Kamer.
Waarom wijzen de vingers al snel naar Rusland bij cyberaanvallen, hoe zit dat eigenlijk?
Russische hackers zijn berucht. Met regelmaat worden ze in verband gebracht met grootschalige cyberaanvallen op bedrijven en overheden. Hoe kan dat en in hoeverre heeft het Kremlin daar iets mee te maken?
Cybercriminelen worden steeds slimmer in hun aanvallen en profiteren van malware-as-a-service-tools die beschikbaar zijn op het darkweb
Zscaler, presenteerde gisteren zijn jaarlijkse 'State of Encrypted Attacks-rapport'. Dit rapport volgde en analyseerde meer dan 20 miljard geblokkeerde dreigingen via HTTPS, een protocol dat ontworpen is voor veilige communicatie over netwerken.
Europees cyberagentschap: RDP en phishing de voornaamste aanvalsvector
Ransomware was het afgelopen jaar de grootste cyberdreiging, zo stelt het Europees Agentschap voor cyberbeveiliging (ENISA) in een vandaag verschenen rapport. Phishingmails en bruteforce-aanvallen op RDP (remote desktop protocol)-accounts zijn de voornaamste manieren waarop organisaties met ransomware besmet raken.
'Hidden persistence' de meest gevreesde cyberaanval
Deep Instinct, aanbieder van een op deep learning gebaseerde security-framework, publiceerde vorige week zijn halfjaarlijkse Voice of SecOps Report. Uit dit rapport blijkt dat organisaties gemiddeld 17,2 uur nodig hebben om op een cyberaanval te reageren, oftewel twee werkdagen. Wereldwijd ligt dit gemiddeld nog hoger, namelijk 20.9 uur. Gezien de vertraging die security-teams vaak oplopen wanneer ze met een beveiligingsincident te maken krijgen, hebben de respondenten weinig vertrouwen in hun vermogen om de constante golf van cyberaanvallen de baas te blijven.
Fors meer ransomware aanvallen op Europese zorginstellingen
Europese zorginstellingen zijn vaker het slachtoffer van ransomware-aanvallen. Sinds begin dit jaar hebben er 25 aanvallen met gijzelsoftware plaatsgevonden, waarbij 66 locaties zijn geraakt. Dat zijn er fors meer vorig jaar. In ons land zijn tot nu toe vier zorgorganisaties getroffen door ransomware.