Op 4 september is het de Dag van de Seksuele Gezondheid. Hoe is het gesteld met de seksuele gezondheid van Nederlandse jongeren? En hoe speelt het risicovolle sexting hierin een rol?
Smartphones zijn niet meer weg te denken in de gangen en klassen van middelbare scholen. In de bovenbouw is het aandeel smartphone bezitters het grootst (99,2%), maar ook in de onderbouw heeft vrijwel iedere leerling een smartphone op zak (98,1%). 52,1% van de 12-15 jarigen uploadt foto’s, muziek of tekst naar internet. Bij 15-18 jarigen ligt dit aandeel nog iets hoger: 58,7%.
Ondanks de voordelen van een smartphone zijn er ook risico’s: met name op het gebied van social media en het delen van (té persoonlijke) informatie en foto’s.
Meisjes doen meer aan sexting
Meisjes geven iets vaker aan dat ze seksueel getinte berichtjes en foto’s sturen (3,7%) dan jongens (3,2%). Daarnaast komt sexting bij leerlingen in de bovenbouw vaker voor dan in de onderbouw: 1 op de 20 leerlingen in de vierde klas doet aan sexting, ten opzichte van 1 op de 50 tweedeklassers.
Per opleidingsniveau zijn er bovendien verschillen te zien in hoe vaak er aan sexting wordt gedaan. Op het vmbo stuurt 4,4% van de leerlingen zulke berichtjes, terwijl op de havo 3,2% van de leerlingen het doet en op het vwo slechts 2%.
Groningse jongeren sexten het vaakst
Niet overal in Nederland wordt evenveel aan sexting gedaan door jongeren. Bij de GGD Groningen gaven de meeste jongeren toe aan sexting te doen, namelijk 5,1%. Ook bij de GGD in Amsterdam en in de Gooi- en Vechtstreek wordt door middelbare scholieren relatief veel aan sexting gedaan (4,7%).
De GGD IJsselland sprak de minste jongeren die wel eens seksueel getinte berichtjes of foto’s sturen naar anderen (2,2%). Ook de regio Limburg-Noord telt relatief weinig middelbare scholieren die sexten (2,5%).
Meeste sexting in Enkhuizen
Tussen gemeenten bestaan grote verschillen. Enkhuizen spant de kroon: daar doet 8,2% van de leerlingen aan sexting. Dat komt neer op ruim 2 leerlingen per middelbare schoolklas.
Geen enkele leerling in Mook en Middelaar heeft aangegeven aan sexting te doen. Ook in Hardinxveld-Giessendam (0,5%) en Druten (0,8%) worden nauwelijks seksueel getinte berichten verstuurd.
De coronapandemie heeft de (seksuele) ontwikkeling van jongeren mogelijk verstoord
Simone Belt, woordvoerder bij Helpwanted.nl, vertelt dat er enkele opmerkelijke trends waarneembaar zijn sinds de aanvang van de Covid-19 pandemie.
Een enquête van Helpwanted.nl onder ruim 1100 jongeren in december 2020 toont aan dat jongeren tijdens de covid crisis zelfs iets minder aan sexting zijn gaan doen dan vóór de pandemie. Onafhankelijk onderzoek door Kenniscentrum Rutgers bevestigt dit beeld.
Belt: “Sexting is voor jongeren veelal een verlengde van offline contact. Als het offline contact terugloopt, zoals tijdens een lockdown, dan loopt dus ook het sextingcontact terug.”
De waargenomen afname van sexting onder jongeren is mogelijk zorgwekkend, omdat sexting voor veel jongeren deel uitmaakt van een gezonde seksuele ontwikkeling. De covidpandemie en bijbehorende maatregelen belemmeren jongeren mogelijk in hun zoektocht naar zichzelf en het exploreren van hun interpersoonlijke relaties en seksualiteit.
Belt vertelt ook dat tijdens de eerste lockdown in april/mei 2020, het aantal meldingen van online seksueel misbruik dat Helpwanted.nl ontving verdubbelde, van 400 naar ruim 800 meldingen per maand. Na de eerste lockdown liep dit aantal weer terug.
Dit komt volgens Belt echter niet per definitie doordat het aantal incidenten van online misbruik is toegenomen in deze eerste lockdownperiode. Het lijkt erop dat jongeren door de stricte coronamaatregelen minder mogelijkheden hadden om met anderen over hun problemen te praten. Hun hele sociale leven stond ineens op zijn kop. Ook jongeren die vóór de covidcrisis al met grooming of seksueel misbruik te maken hadden gehad, trokken tijdens de lockdown pas aan de bel. Voorheen vonden ze afleiding in school, werk en contact met leeftijdsgenoten, en plots hadden ze door de lockdown volop tijd om te piekeren over hetgeen hen was overkomen. Deze jongeren hadden hier dermate veel last van dat ze bij Helpwanted.nl en soortgelijke organisaties aanklopten.
De risico’s van sexting
Het sturen van een seksueel getint bericht is niet per definitie schadelijk, maar zeker het sturen van expliciet beeldmateriaal kan significante gevolgen hebben. Ook wanneer een tiener iemand vertrouwt, kan zo’n foto alsnog in verkeerde handen vallen.
Veruit het grootste risico van sexting is dan ook dat een naaktfoto of -video publiekelijk wordt gemaakt of wordt doorgestuurd naar klasgenoten. Dit kan op zichzelf weer leiden tot bijvoorbeeld pesten, eenzaamheid, een slechter zelfbeeld of zelfs mentale problemen.
Sextortion
Belt vertelt dat de meeste meldingen die bij Helpwanted.nl binnenkomen betrekking hebben op bedreigingen en afpersingen. Het gaat dan vaak om naaktfoto’s en webcambeelden, waarbij slachtoffers onder druk worden gezet om geld of additioneel beeldmateriaal te sturen.
“Misbruik manifesteert zich op de plekken en apps die jongeren frequent gebruiken. Momenteel zie je dat Snapchat populair is, en daarmee een medium is waar seksueel misbruik frequent voorkomt. Maar dit komt dus vooral omdat jongeren het en masse gebruiken”, aldus Belt.
Onderzoeksmethode
Om erachter te komen hoeveel Nederlandse jongeren aan sexting doen, zijn cijfers van de verschillende GGD’s en het CBS naast elkaar gelegd en geanalyseerd. Het gaat om de meest recente cijfers, afkomstig uit 2019. De invloed van de coronamaatregelen is daarom nog niet terug te zien in deze sexting-cijfers.
Met dank voor het onderzoek uitgevoerd door Cybersecurity analist David Janssen.
Bron: cbs.nl, ggd.nl, helpwanted.nl, ecp.nl, rutgers.nl, vpngids.nl
Bekijk alle vormen en begrippen 》
Tips of verdachte activiteiten gezien? Meld het hier.
Sexting gerelateerde berichten 》
Meer nieuws
“Dat zal mij niet overkomen”
Internet fraudeurs maken slim gebruik van de coronacrisis. Het OM wil samen met verschillende betrokken partners iets doen aan de exponentiële groei van cybercriminaliteit. ''Op het moment dat het businessmodel lucratief blijft, zul je zien dat steeds meer criminelen zich daarop gaan richten en de omvang alleen gaat toenemen de komende tijd'', zegt Michiel Zwinkels, hoofdofficier van justitie bij het Openbaar Ministerie en landelijk portefeuillehouder Cybercrime.
Zijn er nieuwelingen die gebruik maken van 'open ransomware-as-a-service diensten' die onbedoeld gegevens vernietigen?
Steeds meer slachtoffers van ransomware verzetten zich tegen de afpersers en weigeren te betalen wanneer ze hun systeem kunnen herstellen met behulp van back-ups, ondanks het dreigementen van de hackers om de gestolen gegevens te lekken.
Nederland aantrekkelijk voor statelijke actoren en hackers
De nationale veiligheidsbelangen van Nederland zijn kwetsbaar en worden voortdurend substantieel bedreigd door statelijke actoren.
Nieuwe malware gericht op wetenschappelijke onderzoeksnetwerken
Cybercrime onderzoekers hebben 'Kobalos' ontdekt, malware die supercomputers – zogenaamde high performance computer (HPC) clusters - heeft aangevallen. De onderzoekers werkten samen met het 'CERN Computer Security Team' en andere organisaties die betrokken zijn bij het inperken van aanvallen op deze wetenschappelijke onderzoeksnetwerken. Onder de doelwitten bevonden zich onder andere een grote Aziatische Internet providers een Noord-Amerikaanse leverancier van endpoint security, alsook verscheidene private servers.
DDoS-aanvallen op bancaire systemen in 2020 weer heftiger dan het jaar daarvoor
De impact van DDoS-aanvallen op het betalingsverkeer in Nederland, is afgelopen jaar flink afgenomen. Dat is te danken aan de individuele en collectieve anti-DDoS-maatregelen die de overheid en het bedrijfsleven hebben getroffen, en de publiek-private samenwerking. DDoS-aanvallen zullen ook in de toekomst een serieuze bedreiging blijven vormen.
"Ik denkt dat het bijstaan van gedupeerden van internetfraude de toekomst wordt"
Vanaf eind februari kunnen Nederlanders die het slachtoffer zijn geworden van internetoplichting of betaalfraude rekenen op de hulp van hun bank. Dan verstrekken banken naam, adres en woonplaats van de persoon die een slachtoffer financieel heeft bedonderd. Deze gegevens mogen alleen gebruikt worden om een civielrechtelijke procedure tegen de oplichter te starten.