De European Union Agency For Cybersecurity (ENISA) waarschuwt voor fors meer zogeheten supplychainaanvallen in 2021. Dit type aanval raakt via één grote softwareleverancier alle aangesloten bedrijven, wat grote impact kan hebben. ENISA voorziet dat de hacks geavanceerder worden en geeft tips om dit type aanval tegen te gaan.
Vier keer zoveel supplychainaanvallen verwacht
ENISA schrijft in zijn waarschuwingsrapport 'Threat Landschape for Supply Chain Attacks' dat het in 2021 vier keer zoveel supplychainaanvallen verwacht als in 2020. Bij 66% van die aanvallen is de hack gericht op de code van de leverancier.
Door die code te besmetten met malware en te hopen dat aangesloten bedrijven de geïnfecteerde software via een update installeren, kan de aanvaller bij de computers van een groot aantal verschillende organisaties. Volgens ENISA is malware in 62% van de 24 onderzochte aanvallen gebruikt.
Advanced Persistence Threats
De helft van de supplychainaanvallen wordt volgens ENISA uitgevoerd via zogeheten Advanced Persistence Threats (APT). Een APT is een zeer geavanceerde hack, waarbij hackers lang de tijd (kunnen) nemen en verschillende onzichtbare hackingsmogelijkheden gebruiken. Securitybedrijven als Kaspersky noemen een APT een type aanval waar veel moeite in zit en daarom doorgaans gericht is op grote bedrijven of overheidsinstanties.
Een APT heeft als doel om het hele systeem van het slachtoffer te infecteren. ENISA schrijft in zijn rapport dat 66% van de gehackte supplychainleveranciers niet kon vertellen hóe zij gehackt zijn. Dat laat zien dat cybersecurity nog veel stappen kan en moet zetten. Ook omdat volgens ENISA in 58% van de onderzochte hacks gevoelige informatie als intellectueel eigendom en klantgegevens is buitgemaakt. ENISA onderzocht onder andere de hack van SolarWinds en Kaseya.
Lees meer over de SolarWinds hack
Lees meer over de Kaseya hack
Goedbedoeld adviezen bijzonder complex
In het rapport geeft ENISA veel tips om supplychainaanvallen tegen te gaan. Goedbedoeld, maar veel adviezen zijn bijzonder complex uit te voeren, concludeert The Register.
Zo raadt ENISA organisaties aan om code of software van derden niet te gebruiken voordat de code of software gevalideerd is. Op die manier voorkomt een organisatie dat mogelijke gehackte code of software schade kan aanrichten. Het valideren van alle externe software en bijbehorende updates is echter enorm tijdrovend, duur en arbeidsintensief en daarom bijna niet te doen. Helemaal niet als - zoals in het geval van SolarWinds - de besmette code verpakt is in een 'signed' (veilig bevonden) .dll-bestand van de maker.
Lees meer over de SolarWinds hack of de Kaseya hack
Bron: theregister.com, enisa.europa.eu, agconnect.nl
Tips of verdachte activiteiten gezien? Meld het hier.
Meer nieuws
Britse instanties doelwit cyberaanvallen in een poging vaccin geheimen te stelen
Britse wetenschappelijke instellingen en universiteiten die zich bezighouden met de bestrijding van het coronavirus, zijn massaal het doelwit van Iraanse en Russische cybercriminelen. Hackers voeren cyberaanvallen uit op deze instanties om data te vinden over corona vaccins. Tot op heden is nog geen enkele aanval succesvol gebleken.
Cybercrime nieuwsbrief 104 (week 18-2020)
Datalek nieuws en overzicht week 18-2020
Bij een 'datalek' gaat het om ongeoorloofde of onbedoelde toegang tot persoonsgegevens bij een organisatie. Of om vernietiging, verlies, wijziging of vrijkomen van persoonsgegevens. Onder een datalek valt dus niet alleen het vrijkomen (lekken) van gegevens, maar ook onrechtmatige verwerking van gegevens en verlies van (toegang tot) persoonsgegevens.
Oplichting / Cybercrime overzicht week 18-2020
Wat is phishing »
Fraude via WhatsApp: 24 verdachten aangehouden
De afgelopen twee weken zijn in en rond Deventer 24 verdachten aangehouden in een omvangrijk onderzoek naar fraude via WhatsApp. De zaak kwam aan het rollen toen begin dit jaar bij de politie in Deventer tientallen aangiftes van vriend-in-noodfraude, voorheen WhatsApp-fraude, binnenkwamen. Het Cyberteam van Oost-Nederland startte daarop het onderzoek.
Opsporing kinderpornonetwerken op darkweb succesvoller, maar
Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid gaat gericht ICT-bedrijven aanschrijven waar kinderpornografisch materiaal op de servers is aangetroffen. Deze bedrijven zijn naar voren gekomen in een eerste monitoring die door de TU Delft is ontwikkeld om de publiek-private aanpak van online kinderporno te verbeteren. Minister Grapperhaus spreekt de bedrijven aan op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om het internet op te schonen van (beelden van) seksueel kindermisbruik.